dinsdag 18 november 2014

Diabetes type 2 kunnen we omkeren

(Blog is eerder verschenen op 17-11-2014 op de site van InnovatieNetwerk)


Met anders en lekkerder eten (meer vers voedsel en goede vetten, minder koolhydraten) kunnen mensen met diabetes type 2 hun medicatie afbouwen en tegelijkertijd hun bloedsuikerwaarden verbeteren. Met andere woorden, ze kunnen de normale route van steeds meer medicijnen en uiteindelijk spuiten van insuline, omkeren. Dit was de ervaring van negen mensen die het groepsprogramma ‘Keer Diabetes2 Om’ (www.keerdiabetesom.nl) volgden en die aan het woord kwamen in de gelijknamige documentaire die 13 november première is gegaan. Nog steeds geen keihard wetenschappelijk bewijs, maar wel een illustratie van conclusies die ook in de wetenschappelijke literatuur steeds meer naar voren komen. Als je bedenkt dat er bijna 1 miljoen mensen lijden aan diabetes (waarvan het grootste deel aan diabetes type 2) en de jaarlijkse kosten de 10 miljard naderen, waarom zetten we dan in Nederland niet massaal in op gezondheidsbevordering: gezonder eten en meer bewegen? Het antwoord is dat we in Nederland vast zitten in een systeem dat moeilijk te veranderen is.

Allereerst is het aanbod aan gemaksvoedsel spectaculair gestegen. Of zoals de cardioloog Leonard Hofstra in de documentaire zegt: “We leven altijd all inclusive”. En dat voedsel bevat juist veel snelle koolhydraten die leiden tot hoge bloedsuikerspiegels en daardoor tot een hoge productie van insuline in het lichaam. Funest voor mensen die aanleg hebben voor diabetes type 2 en van wie het lichaam ongevoelig is geworden voor insuline.

Tweede reden is dat artsen in hun opleiding nauwelijks iets leren over de effecten van voeding op de gezondheid van mensen. In het protocol van de huisarts staat wel iets over de richtlijnen gezonde voeding, maar geen arts die dit kan vertalen naar een praktisch voedingsadvies. Vandaar dat direct medicatie wordt voorgeschreven, aangevuld met een verwijzing naar de diëtist. De diëtist heeft geleerd om vooral te letten op calorieën en schrijft daardoor een caloriearm en vetarm dieet voor. We denken al jaren dat vet schadelijk voor ons is, waardoor er steeds meer light-producten op de markt zijn gekomen. En juist die light-producten bevatten meer koolhydraten. En zo’n dieet houdt niemand vol. Voedsel zonder vet smaakt niet. Bovendien zorgt koolhydraatrijk voedsel er ook voor dat je snel weer trek krijgt en tussendoortjes niet kunt laten staan. Het gevolg is dat mensen niet in staat zijn om hun leefstijl aan te passen en dus volledig terugvallen op medicatie die de symptomen bestrijdt, maar niet de oorzaak van diabetes wegneemt.

Een derde reden waarom het huidige systeem moeilijk verandert is dat investeringen in gezondheidsbevordering niet gemakkelijk zijn terug te verdienen. Doordat mensen jaarlijks gemakkelijk van verzekeraar kunnen wisselen, is het voor verzekeraars niet aantrekkelijk om te investeren in gezondheidsbevordering. Grote kans dat de verzekerde weg is op het moment dat de investering in preventie zich terugverdient. Ook ligt een deel van de financiële lasten bij werkgevers doordat mensen die uiteindelijk complicaties krijgen vanwege hun diabetes, minder inzetbaar zijn. En ook werkgevers doen nog niet veel aan gezondheidsbevordering.

Kortom, de reden waarom we niet massaal inzetten op gezondheidsbevordering is dat niemand verdient aan het gezond houden van mensen. Niet de voedingsmiddelenindustrie, niet de medische sector, niet de verzekeraars en niet de werkgevers. Als we willen dat de gezondheidszorg betaalbaar blijft dan moet er wat veranderen. Daarom is het bemoedigend dat zorgverzekeraar VGZ de stap heeft gezet om het groepsprogramma in een pilot aan te bieden aan verzekerden. Ook De Friesland Zorgverzekeraar (onderdeel van Achmea) wil met goede voeding aan de slag. Deze initiatieven verdienen navolging, zodat mensen die diabetes hebben niet in hun eentje hoeven te knokken, maar effectief worden ondersteund in het weer regie krijgen over hun ziekte.

De trailer van de documentaire is hieronder te zien. De volledige documentaire staat op YouTube en op de website www.keerdiabetesom.nl.

donderdag 3 april 2014

Een duik in de wereld van 'Augmented Media'

(Blog is eerder verschenen op 3-4-2014 op de site van InnovatieNetwerk)
 
Af en toe moet je eens een wereld induiken die de jouwe niet is. Vorige week was ik bij een Augmented Media Conference. Blijkbaar bekt 'Vergrote Media Conferentie' niet zo lekker. Een wondere (Engelstalige) wereld ging open van storytelling, 3D-printing en convergence. En ik heb veel gehoord over verschillende manieren om het publiek dat je wilt bereiken, langer vast te houden. Want daar gaat het uiteindelijk om: hoe bereik ik mijn klant en hoe breng ik mijn boodschap over. En beter nog: hoe zorg ik ervoor dat die klant mijn boodschap ook weer verder verspreidt.

Wat heb ik op de conferentie geleerd? Een paar voorbeelden.

In de filmwereld zijn ze ook op zoek naar nieuwe businessmodellen. Net als in de landbouw is er veel overproductie. De filmwereld kent veel concurrentie om de aandacht van de kijker. Een manier om kijkers te trekken is om ze veel eerder aan je te binden en om ze te activeren. Peter Jackson deed dat met zijn beroemde 'Lord of the Rings'-cyclus. Fans van de boeken van Tolkien wilden eerst niets weten van een film, maar doordat ze in een vroeg stadium werden betrokken en mochten meedenken, bleken ze de grootste ambassadeurs te worden. Door een community te vormen, ervoor te zorgen dat je op elk scherm zichtbaar bent (niet alleen op filmdoek), data te verzamelen van je kijkers en het prijsniveau af te stemmen op de vraag (dynamic pricing) is winst te boeken. Piraterij werd trouwens als positief gezien: het betekent dat mensen er veel voor over hebben om jouw film te zien en het creëert een publiek dat ook geïnteresseerd is in jouw volgende film.

De markt voor 3D-printing groeit enorm, vooral de consumentenmarkt. De mogelijkheid om modellen in 3D te printen boort geweldig veel creativiteit aan en komt via platforms als Turbosquid en Shapeways binnen het bereik van consumenten. Je kunt je eigen Playmobil poppetje ontwerpen, of je eigen sieraden ontwerpen of je eigen virtuele fantasiewereld uit de 3D-printer laten rollen. Ook bij de HEMA kun je al 3D-prints maken. De verwachting is dat sommige consumenten hun eigen 3D-printer zullen aanschaffen, maar waarschijnlijker is het dat er professionele 3D-printers ergens centraal staan en je online je eigen creatie kunt laten printen. Net zoals je nu doet bij het maken van een fotoboek op basis van je digitale foto's. Voor voeding zijn overigens ook al 3D-printers: voor chocolade en voor snoepjes.

En dan zijn er nog vele mogelijkheden om je smartphone te gaan gebruiken om informatie te gaan toevoegen aan bestaande objecten. Google-glass is natuurlijk al een bekend voorbeeld, maar wat te denken van een app op je smartphone die direct met de juiste informatie komt als je de camera richt op een apparaat waarvan je niet weet hoe het werkt. In de autoindustrie gebeurt dit al. Of een app waarmee je een medicijndoosje kunt scannen en die vervolgens een filmpje laat zien over de juiste wijze van innemen. Ook IKEA geeft klanten de mogelijkheid om meubels uit de IKEA-gids virtueel in het eigen interieur te plaatsen. Letterlijk 'try before you buy'. Voorkomt ook een hoop onenigheid in de winkel, overigens. Nog een voorbeeld is de opening van een flagship store van H&M in Amsterdam. Het hele gebouw werd gebruikt als filmdoek met special effects, waardoor mensen geboeider dan ooit naar een reclamefilmpje bleven kijken. Ik heb zelf al aan een paar collega's een visitekaartje laten zien, dat - als je het scant met een app - verandert in een 3D-plaatje dat je van alle kanten kunt bekijken en dat ook bewegende objecten bevat. Op die manier kunnen we ook concepten van InnovatieNetwerk visueel maken. Zo lang niet iedereen het doet, kun je er zeker van zijn dat dit soort plaatjes veel breder worden verspreid dan 2D-plaatjes. Bovendien heeft een 3D-model veel meer informatie.

Wat zijn de mogelijkheden voor voeding en de land- en tuinbouw? Je kunt uiteraard veel meer visuele informatie toevoegen aan de informatie die nu al op het etiket staat. Of een filmpje laten zien over de manier van produceren als je een product in je karretje stopt. Ook leuk voor aan tafel. Maar het wordt natuurlijk pas echt interessant als je een 'virtual reality' bril opzet en je met Jonnie Boer in de keuken van De Librije staat en samen met de chef een prachtige en gezonde maaltijd kunt leren koken. En dat de ingrediënten met een simpele druk op de knop vervolgens bij jou thuis worden afgeleverd. Of dat je met je 'virtual reality' bril op bezoek kunt bij de boer of tuinder die de producten heeft gemaakt die jij net gekocht hebt, zodat je de passie van de ondernemer uit zijn eigen mond hoort en je de volgende keer per se van deze producent je groenten of vlees wilt kopen. Augmented Media bieden zeker een kans om klanten sterker te binden en om een unieke ervaring over te brengen.
 

dinsdag 7 januari 2014

Longkanker door roken? Gewoon ff screenen!

Soms verbaas je je over nieuwsberichten. Gisteren uitgebreid in het nieuws: "Aantal longkankerdoden kan fors omlaag door screening". Portee van het verhaal: als we zware rokers jaarlijks screenen op longkanker, dan daalt het sterftecijfer met een kwart. Dat is mooi natuurlijk, maar het is ook het paard achter de wagen spannen. En het geeft natuurlijk een volkomen verkeerd signaal. Namelijk "gaat u gerust roken, wij screenen de gevolgen en grijpen op tijd in". 
En wie betaalt dat, vraag ik mij dan af.

De Amerikaanse 'Preventive Services Task Force' komt met de volgende aanbeveling: "Rokers en ex-rokers tussen de 55 en de 80 jaar moeten jaarlijks een scan krijgen. De rokers moeten dertig 'pakjesjaren' achter de rug hebben: dertig jaar lang een pakje per dag hebben gerookt, of bijvoorbeeld vijftien jaar lang twee pakjes. De ex-rokers (met een vergelijkbare rookgeschiedenis) moeten minder dan vijftien jaar geleden zijn gestopt." 
In Nederland loopt nog een onderzoek, waarvan over twee jaar de resultaten bekend zijn. Dan besluit de Gezondheidsraad of ze een jaarlijkse screening gaan adviseren. Ben nog wel benieuwd of daarbij ook een goede afweging wordt gemaakt tussen de kosten en de baten. Wat mij betreft is een dure jaarlijkse screening alleen acceptabel als de roker het zelf betaalt of als hij vanaf de eerste screening besluit om radicaal te stoppen met roken.

maandag 16 december 2013

Oerdis: eten zonder suiker, graan en… zuivel

(Blog is eerder verschenen op 9-10-2013 op de site van The Milk Story)

Hoe is het om vier weken lang te eten als een jager-verzamelaar? Dat was de uitdaging die ik samen met enkele collega’s aanging toen InnovatieNetwerk in het voorjaar het boek ‘Oergezond met oerdis’ uitbracht, geschreven door Karine Hoenderdos en Angela Severs.

De meningen van wetenschappers over wat gezond eten is, zijn sterk verdeeld. Is linolzuur goed en moeten we verzadigd vet mijden? Of ligt de oorzaak van onze welvaartsziekten in de toename van snelle koolhydraten? De balans in onze voeding lijkt in ieder geval verdwenen. We eten te veel en we eten voedsel waar ons lichaam eigenlijk niet op berekend is, met gezondheidsproblemen als gevolg. Moeten we daarom niet gaan kijken waar we als mens evolutionair vandaan komen? Biedt het dieet van een jager-verzamelaar een oplossing voor een aantal chronische ziekten, zoals diabetes? Of om in de woorden van de Groningse hoogleraar Frits Muskiet te spreken: “U bent wat u eet, maar u moet weer worden wat u at”.

Het volgen van het oerdieet van jagers-verzamelaars betekende niet dat ik vier weken lang met een knuppel de bossen moest afstruinen naar iets eetbaars. Maar wel een behoorlijk drastische wijziging van het menu: geen suiker, granen en zuivel meer, want dat aten onze verre voorouders niet. Maar wel volop groenten, fruit, vis, vlees, noten en eieren. Liefst vers klaargemaakt natuurlijk. Dat betekende in mijn geval dat ik de dag begon met een fruitsalade, gevolgd door een gebakken ei met spek of een pannenkoek van amandelmeel, eieren en kokosmelk. ’s Middags een flinke salade met een paar sardientjes of wat zalm. En ’s avonds twee soorten groenten met een stukje vis of vlees en géén toetje. Als tussendoortje nam ik cherrytomaatjes, een appel of een paar gedroogde zuidvruchten, zoals dadels en vijgen. Koffie, pure chocolade en alcoholische dranken passen wel in het Oerdis-dieet, mits met mate geconsumeerd. Dus die luxe heb ik me gepermitteerd. Als echte zoetekauw was vooral de koffie zonder melk en suiker even wennen.

Ik moet zeggen, het was prima vol te houden. En als je even zoekt op internet zijn er talloze sites met de heerlijkste oerdisgerechten te vinden. Ik voelde me er ook uitstekend bij en het meest tastbare effect was een blijvende gewichtsvermindering van 5 kg en het wegblijven van de ‘after lunch dip’, waarschijnlijk omdat mijn bloedsuikerspiegel door de afwezigheid van snelle koolhydraten minder fluctueerde. Ik heb na de vier intensieve oerdisweken besloten om het oerdieet grotendeels vol te houden, maar her en der een beetje te smokkelen. Want sommige dingen miste ik toch wel: met name versgebakken brood, yoghurt en een lekker stukje kaas.

Tja, en dan komen we bij de zuivel. Ik hoor en lees voortdurend tegenstrijdige geluiden over de gezondheidseffecten van zuivel. “Zuivel is een rijke bron van ingrediënten met positieve gezondheidseffecten. Calcium, vitamine A, B6, B12 en D, eiwit, fosfor en mineralen. Zuivel is belangrijk voor je lijf”, lees ik op een door de zuivelindustrie gesponsorde internetsite. “Zuivel zorgt voor een toename in botbreuken, prostaatkanker en borstkanker, is moeilijk verteerbaar en zorgt bij een kleinere groep voor allergische reacties. Melk is voor baby’s, niet voor volwassenen”, lees ik dan weer op kritische sites, waarvan de onderbouwing moeilijk te verifiëren valt. Maar ook in het boek ‘De Voedselzandloper’ van Kris Verburgh dat heel wat Nederlanders hebben aangeschaft.

Als niet-voedingskundige blijf ik in totale verwarring achter. Ik trek daarom maar mijn eigen plan: meer groenten, fruit, vis en noten, minder graan, zuivel en suiker. Maar een bakje yoghurt met havermout en een stukje kaas bij de borrel ’s avonds, blijf ik met smaak eten.

Meer lezen: www.oerdis.nl, www.thepaleodiet.com

dinsdag 3 september 2013

Varkenshuizen zorgen voor reuring

(Blog is eerder verschenen op 2-9-2013 op de site van InnovatieNetwerk)

 Wat doet het met mensen als er plotseling twee varkens in de buurt komen wonen? En wat gebeurt er met mensen als ze ook nog de verantwoordelijkheid krijgen voor de verzorging? Komen er gesprekken op gang over de herkomst van ons voedsel en hoe wij met dieren omgaan en leidt dat ook tot ander gedrag? Dat waren de vragen die voor Elles Kiers en Sjef Meijman van de PeerGrouP ten grondslag lagen een het initiatief Varkenshuis.En voor InnovatieNetwerk de reden om mee te doen.

Er zijn nu drie Varkenshuizen gerealiseerd: in Annerveenschekanaal, in Rotterdam en in Tilburg. Het had de nodige voeten in de aarde voordat het zover was. In Tilburg brak vorig jaar bijna een volksopstand uit toen bewoners van het Burgemeester van de Mortelplein zich fel verzetten tegen de komst van de varkens. Ook in Rotterdam moesten wat hobbels worden overwonnen vanwege bezwaren van de naastgelegen diervoederfabriek.

Uiteindelijk zijn de varkenshuizen allemaal gerealiseerd. In het Drentse dorp Annerveenschekanaal is het varkenshuis uitgegroeid tot een verzamelplaats voor de dorpsjeugd (“Spreken we af bij het Varkenshuis?”), in Rotterdam is een groot leegstaand terrein op Katendrecht omgetoverd tot een varkensparadijs, inclusief een stuk maïsland en in Tilburg is het Varkenshuis gerealiseerd in de tuin van de plaatselijke muziekschool, midden in het centrum. De ervaringen zijn tot nu allemaal positief. De varkens trekken veel bekijks, er komen allerhande verschillende mensen op af en er is een groep enthousiaste hulpboeren die de dagelijkse verzorging voor hun rekening nemen. Het voer komt van de buurtbewoners of van de plaatselijke middenstand die een bestemming vindt voor de overschotten. De varkens zijn zelfs een bron voor culturele inspiratie. In Katendrecht is het lied ‘Katenspek’ speciaal gemaakt voor de varkens Arie en Japie en gepost op de Facebookpagina. In Tilburg organiseert de Stichting Meating een tentoonstelling en een afsluitend symposium en door enkele leraren van de muziekschool wordt een requiem geschreven voor Vlekkie en Spekkie.

 Zo’n requiem leidt uiteraard tot gesprekken over het lot van de varkens. Is het nu wel of niet zielig om ze op te eten als je er zo lang voor gezorgd hebt? Er waren zelfs mensen die niet meer mee wilden doen als de varkens werden geslacht. Waarop anderen weer zeiden dat ze juist zouden afhaken als de varkens bleven leven. Kortom, gesprekstof te over. In november is het dan echt zo ver. In de slachtmaand zal het requiem klinken en worden de varkens door een zelfslachtende slager geslacht. Er zullen diverse producten van het vlees worden gemaakt en de hulpboeren mogen als eerste aanschuiven om te proeven. De ervaringen worden op allerlei manieren vastgelegd en verspreid. En wie weet, leidt het gesprek aan tafel tot een andere kijk op de veehouderij en op de eigen consumptie.

vrijdag 30 augustus 2013

Meer winkels, meer gezelligheid

Een breder aanbod aan winkels en een gezelliger centrum. Dat is er volgens de Culemborgers nodig om de binnenstad aantrekkelijker te maken.  Te weinig parkeerruimte, te hoge parkeerkosten of onveiligheid weerhouden mensen veel minder om de binnenstad te bezoeken. Dit is de uitkomst van de enquête die twee weken geleden online stond.

De bal ligt bij de gemeente en bij de ondernemers om de binnenstad aan te pakken. Die moeten met plannen komen om gezamenlijk te binnenstad aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door nieuwe winkels een kans te geven, vaker leuke dingen te organiseren en de markt gezelliger te maken. Mensen die reageerden staken ook de hand in eigen boezem. Zij kunnen ook bijdragen aan een aantrekkelijker binnenstad door mee te denken, ideeën aan te dragen en door vaker in Culemborg te kopen in plaats van in Utrecht en Tiel.

Het begon allemaal met een vraag van Frank Visser in de groep Culemborgers op Facebook om te komen tot goede plannen om de leegstand in de Culemborgse binnenstad tegen te gaan. Na verschillende reacties nam de schrijver van dit artikel het initiatief om een online enquête te maken om alle reacties te verzamelen. Dat leidde al snel tot een stroom aan reacties. In twee weken tijd hebben 244 mensen de enquête ingevuld, iets meer vrouwen (54%) dan mannen (46%) en het merendeel in de leeftijd tussen 40 en 60.

De meeste mensen bezoeken de binnenstad één (34%) of een paar keer (30%) per week; 27% bezoekt de binnenstad minder dan één keer per week. De binnenstad wordt vooral bezocht voor de ‘dagelijkse’ boodschappen, zoals de bakker en de slager (66%), maar ruim 40% van de mensen komt ook in de binnenstad voor kleding, schoenen, huishoudelijke spullen, CD’s en boeken.

Op de vraag wat mensen het meest weerhoudt om de Culemborgse binnenstad te bezoeken werd ‘te weinig aanbod aan winkels’ het vaakst gekozen (43%), gevolgd door ‘niet gezellig genoeg’ (20%). Te hoge parkeerkosten (7%) en te weinig parkeerruimte (2%) werden aanzienlijk minder genoemd. ‘Ik voel me niet veilig genoeg’ werd door 3% genoemd, evenals ‘te weinig aanbod aan horeca’. Circa 15% laat zich nergens door weerhouden of doet alles in de binnenstad.

Als laatste werd mensen gevraagd hoe tevreden ze waren met verschillende aspecten van de binnenstad. De keuze was tussen 1 (zeer ontevreden) en 5 (zeer tevreden). De gezelligheid kreeg een waardering van 2,3, de bereikbaarheid met het OV scoorde 2,4 en het aanbod aan winkels 2,6. De meningen over het aanbod aan horeca en de parkeerkosten waren verdeeld (2,9). Meer tevreden waren mensen over de parkeerruimte rond de binnenstad en de veiligheid in de binnenstad (3,2), hoewel er wel opmerkingen werden geplaatst over het gevoel van onveiligheid op vrijdagavond.

Ideeën om de binnenstad aantrekkelijker te maken waren er volop, maar spraken elkaar soms ook tegen. De één pleit voor het aantrekken van grote ketens zoals H&M en misschien wel V&D. De ander wil juist kleinere winkels, zodat het aanbod in Culemborg uniek wordt. Een interessante suggestie was om het voor starters gemakkelijker te maken een winkel te openen door de huren te verlagen en ‘pop-up stores’ mogelijk te maken. Verder kunnen ondernemers ook inspringen op de toenemende online verkoop door samenwerking aan te gaan en extra service aan te bieden. Ook de suggestie om de weekmarkt te verplaatsen van dinsdag naar zaterdag werd regelmatig gedaan.

Voor het gezelliger maken van de binnenstad kwamen ook veel ideeën: bijvoorbeeld meer groen op de markt, een fontein met bankjes eromheen om het kale plein te doorbreken, meer terrasjes en vaker leuke dingen organiseren. Ondanks dat de meeste mensen parkeren niet als een groot probleem ervoeren, kwamen er wel verscheidene suggesties om het voor automobilisten aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door het eerste uur het parkeren gratis te maken of door het gemakkelijker te maken om grote spullen te laden.

De resultaten van de online enquête komen goed overeen met een onderzoek van de Kamer van Koophandel uit 2011 ‘Consumentenonderzoek centrum Culemborg’. Ook toen kwam het aanbod aan winkels en sfeer als belangrijkste argumenten naar boven om elders te gaan winkelen. Terwijl sfeer en de historische binnenstad ook worden gezien als belangrijke pluspunten om mensen te trekken.

Zowel de gemeente als de ondernemers moeten aan de bak om de binnenstad aantrekkelijker te maken: maak het gemakkelijker om nieuwe dingen te doen en evenementen te organiseren en ga samenwerken in plaats van elkaar voortdurend als concurrenten te zien. Deze aanbevelingen werden in 2011 ook door de Kamer van Koophandel gedaan, maar de grote vraag is wat er in de laatste twee jaar mee gedaan is. Wie pakt de handschoen op?

De spreadsheet met de resultaten staat hier.

dinsdag 14 mei 2013

Voorouders

"Volgens mij komt onze familie oorspronkelijk uit Culemborg", zei mijn moeder toen we over de markt liepen. Dat werd nog eens bevestigd door de kledingzaak met de naam Ausems op de pui. Ausems met één s weliswaar, terwijl mijn oma Aussems heette. Om precies te zijn Aussems met een korte en met een lange s. Hoe zit dat nu precies? Voor mij was dat aanleiding om eens te duiken in mijn eigen familiegeschiedenis. Ik had ooit bedacht dat dat een mooie klus was voor na mijn pensioen, want ik zag me niet dagen doorbrengen in allerlei archieven. Maar gelukkig kun je tegenwoordig ook veel archieven doorzoeken via internet. Het Regionaal Archief Tilburg geeft bijvoorbeeld veel informatie. Je kunt zelfs de oorspronkelijke documenten digitaal zien.
Uiteindelijk heb ik een behoorlijk deel van mijn stamboom in beeld kunnen brengen. Zo heette de overgrootvader van mijn opa Ruijs in plaats van Reus. Een foutje van de burgerlijke stand waarschijnlijk. De familie Aussems kwam inderdaad uit Culemborg en oorspronkelijk uit Munsterbilzen (België). Ik kan dus met recht zeggen dat mijn roots (deels) in Culemborg liggen. De familie Aussems is ergens rond 1770 een s kwijt geraakt. De tak met één s is in Culemborg gebleven. De Aussems-tak met twee s-sen is rond 1855 deels verhuisd naar Kaatsheuvel. Wellicht omdat er rond die tijd een grote overstroming was in Culemborg of omdat er in Kaatsheuvel voor een schoenmaker meer werk was te vinden. Op de foto uit de jaren twintig is mijn overgrootvader Adrianus Aussems (1874-1948) te zien met zijn vrouw Helena Snoeren en hun vijf dochters. De tweede van links staand is mijn oma Anna Aussems (1902-1982).

Het leuke van internet is ook dat je je eigen zoektocht kunt vergelijken met de zoektochten van anderen. De website Genealogie Online bevat sinds deze week 20 miljoen gepubliceerde voorouders, waaronder die van mij. Als je nieuwsgierig bent, neem dan een kijkje bij Stamboom Reus-Elshout-Koolen-Aussems